In gesprek over emoties met groot en klein

Stel je voor: je bent thuis. Maar je bent er niet alleen.

Samen met jou wonen er vier kleine wezentjes: Verdriet, Woede, Angst en Vreugde. Ze bewegen vrij rond, spelen met elkaar of rusten in de zon. Soms blijven ze stil op de achtergrond, maar op andere momenten vragen ze aandacht. Ze trekken aan je kleren, doen gekke dingen, maken geluiden – allemaal om ervoor te zorgen dat je ze ziet en naar ze luistert. En natuurlijk, als je ze aandacht geeft, voelen ze zich meteen wat beter.

Verdriet is soms stekelig en herken je meteen. Het heeft aandacht nodig, maar vaak hoor je mensen zeggen: "Ach, zo erg is het toch niet?" of "Kom op, wees sterk!" Dat kan ervoor zorgen dat je Verdriet het liefst uit je huis wilt zetten. Maar Verdriet negeren werkt niet – het groeit dan alleen maar. Wat wél helpt? Verdriet omarmen, zachtjes, alsof je een doekje wikkelt om zijn stekels.

👉 Wanneer heb jij voor het laatst Verdriet proberen weg te duwen? En wanneer heb je Verdriet juist omarmd? Wat voelde beter?

Woede begint als een klein oranje balletje, maar als je hem negeert en wegstopt op zolder, groeit hij. Hij roept: "Kijk toch naar mij!" Maar als niemand luistert, wordt Woede steeds groter, tot hij op een dag ontploft. Dan schrik je… want dat had je niet verwacht. Wat als je eerder naar Woede had geluisterd?

👉 Wat doe jij als Woede op bezoek komt? Stop je hem weg, of geef je hem een plek zodat hij niet hoeft te ontploffen?

Vreugde daarentegen is als een zonnetje in je huis. Ze huppelt vrolijk rond en roept: "Kijk eens hoe blij ik ben!" Maar soms zijn de andere bewoners te druk om haar op te merken. Als Vreugde zich niet gezien voelt, wordt het stil en donker in huis. Pas dan realiseren de bewoners hoe belangrijk Vreugde is. Ze gaan op zoek om haar terug te vinden en beloven voortaan beter naar haar te luisteren.

👉 Wanneer heb jij Vreugde helemaal laten stralen? En wanneer heb je haar per ongeluk over het hoofd gezien?

En dan is er Angst. Meestal is Angst klein en grijs, maar als hij begint te fluisteren – "Wat als iemand je niet leuk vindt?" of "Wat als je iets verkeerd doet?" – wordt hij steeds groter en zwarter. Hoe meer hij fluistert, hoe groter hij wordt. Maar Angst wil eigenlijk iets anders: hij wil dat jij hem ziet en bedankt voor zijn zorgen. Soms mag Angst even naast je zitten, maar je kunt ook zeggen: "Dank je, Angst, maar ik laat je nu even in de koelkast. Ik ga dit zelf doen."

👉 Welke angsten fluisteren jou soms iets in je oor? En hoe ga jij met Angst om?

Deze vier wezentjes horen allemaal in je huis, net zoals gevoelens bij ons horen. Door naar ze te luisteren, ze ruimte te geven en te begrijpen, wordt je huis een fijne plek om te wonen.