top of page

Het lijden achter stoer gedrag bij jongeren zien

Bijgewerkt op: 13 nov

Soms zien we vooral het gedrag van een jongere — druk, uitdagend, opstandig.

Maar wat als we even stilstaan bij wat eronder leeft?

Deze blog gaat over het kijken met zachtheid: naar het lijden dat verscholen zit achter stoer gedrag, en hoe we als therapeut, ouder of begeleider dat stukje pijn kunnen ontmoeten.


ree

Woensdagnamiddag


Het is een sympathieke, beleefde jongen van veertien. Hij komt binnen in de praktijk en begint spontaan te vertellen over de deugnieterijen die hij op school heeft uitgehaald — de reden waarom hij deze woensdagnamiddag strafstudie kreeg.

Ik laat hem vertellen en stoer doen, want ik weet dat dit zijn verdedigingsschild is. Nu en dan stel ik een vraag, om te polsen of hij de gevolgen van zijn gedrag wel beseft. En ja, dat doet hij. Gelukkig is hij in de klas ook een heel aangename jongen, geliefd bij de leerkrachten. Alleen... die deugnieterijen blijven moeilijk te laten. En mama maakt zich zorgen.


Na een tijdje stel ik hem voor om mij zijn familie te tonen. Ik haal mijn Playmobils boven en vraag of hij daar vroeger mee speelde. “Neen,” zegt hij. “Ik speelde vooral buiten.”

Zijn gezin uitbeelden lukt hem goed. Ik merk dat hij veel tijd neemt om de juiste poppetjes te kiezen, zorgvuldig en met aandacht. “De mensen uit mijn gezin moeten kloppen met de poppetjes,” zegt hij. “En het is wat ingewikkeld bij ons hoor, Catherine! Ik zal het je uitleggen.”


Hij begint te vertellen, nog steeds een beetje stoer, groot, flink. Hij houdt zich sterk, ondanks de moeilijke thuissituatie.

Tot ik één van de poppetjes aanwijs. “Je hebt net zoveel tijd gestoken in het zoeken naar het juiste poppetje voor je oma. Het moest kloppen, hé? Vertel eens over haar.”

Hij neemt het poppetje in zijn handen en leunt achteruit in de zetel. Zijn schouders zakken. “Zij was de beste oma die ik kon hebben,” zegt hij zacht. “Ze leerde mij koken, maar vooral bakken. Dankzij haar zit ik nu op de kokschool. Maar ze is er al een jaar niet meer… gestorven aan kanker. Ik mis haar zo. En weet je, al haar kookgerief en kookboeken werden zomaar weggegeven toen opa naar een zorgcentrum moest. Dat vind ik niet eerlijk.”


Terwijl hij verder vertelt over haar en wat ze voor hem betekende, zie ik zijn schild langzaam wegsmelten. Een traan rolt over zijn wang. Ik zeg niets meer. Stel geen vragen. Ik voel met hem mee.


Vrijdag


Ik zit weer in de les. Ik geniet er telkens opnieuw van om nieuwe inzichten op te doen als kinder- en jongerentherapeut — om nieuwe kaders te verkennen, om te blijven leren.


Vandaag ging het over EFFT – Emotionally Focused Family Therapy. Een vorm van gezinstherapie die emoties centraal stelt om hechtingsbanden te versterken en negatieve interactiepatronen te doorbreken.


We hebben het over het lijden achter het gedrag van jongeren.


Mijn gedachten gaan meteen naar die sympathieke jongen. Naar het onrecht dat hij voelt — omdat hij zijn oma moet missen, en omdat haar spullen zomaar zijn weggegaan. Naar zijn stoere gedrag op school, dat misschien niet meer is dan een beschermlaagje over zijn verdriet.


Vandaag


Ik realiseer me dat we vanuit ons volwassen, ouderlijk brein vaak kijken naar wat er niet goed gaat, naar wat er zou kunnen mislopen als een jongere zo verder doet.

Maar wat als we het eens anders bekijken? Wat als we proberen te zien vanuit welk hechtingskwetsuur hij handelt? Wat hij probeert te beschermen achter zijn stoere gedrag?


Soms begint heling daar —

waar we durven kijken voorbij het gedrag,

en het lijden zachtjes zichtbaar laten worden.


Omwille van de privacy werden de situatie en de betrokken personen aangepast.

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page