Ikzelf ben mama van drie kinderen. Ik zie hen als mijn kroost, maar ook als drie unieke mensen die ongelooflijk van elkaar verschillen.
Neem onze oudste nu: ik zie het nog voor mij hoe ze wenend op haar bed lag. Tussen haar tranen door vroeg ze: “Mama, voor welke job moet je niet studeren? Ik wil het niet meer, ik stop ermee!” Mijn perfectionist, mijn streverke. Ze wou haar leerstof vanbuiten kennen van het eerste tot het laatste woord. De hormonen gierden door haar lijf en haar emoties draaiden volle toeren. Haar droom om leerkracht te worden zou ze maar laten varen. Ze zou het toch niet kunnen, dacht ze.
Maar kijk: nu is ze adjunct-directeur van een middelbare school en werkt ze in verbinding met haar puberende leerlingen. Dat combineert ze met haar leven als jonge mama - en ze wordt daar zo gelukkig van. Als ik haar nu bezig zie, komt dat zinnetje dat ze toen zo hard nodig had opnieuw naar boven: “Alles komt goed.”
Onze tweede daarentegen deed er alles aan om de waarden van zijn ouders overboord te gooien. School, daar vond hij niets aan. Zeker niet de school die wij voor hem hadden uitgekozen. Volgens hem begrepen wij - zijn ouders - er niets van en zou hij zijn leven helemaal anders gaan leiden. Onze wereldverbeteraar, onze dromer. Zoals zijn papa in de financiën gaan, dat was wel het laatste wat hij wou.
Nu zie ik vader en zoon elkaar aanvullen, druk pratend over fiscaliteit, management en de economische zaken die hen beiden zo hard boeien. Ik zie hoe gelukkig mijn zoon is met zijn echtgenote. Ik zie hoe hij honderden keren tegen de lamp is moeten lopen, maar hoe dat hem wel in de juiste richting heeft gestuurd. En opnieuw komt dat zinnetje naar boven: “Alles komt goed.”
De jongste van onze kroost is altijd een werker geweest. Hij was vooral ook een goestendoener zoals wij dat in het Gents zeggen. Hij begon van jongs af aan met studentenjobs, het liefst werkte hij in wijnbars. Met plezier stroopte hij zijn mouwen op en ging hij vollenbak aan de slag. Hij zag waar er werk was, iedereen kon op hem rekenen en als zijn vrienden hem ‘s nachts opbelden omdat ze in de nesten zaten, sprong hij zonder morren voor hen in de bres. Hij droomde van zijn eigen wijnbar, maar daar fronsten wij als ouders een beetje onze wenkbrauwen bij. Was dat wel een goed idee?
Hij vond van wel en hij ging dan ook zijn passie achterna. En zie hem nu: dolgelukkig, met een groot publiek dat geboeid aan zijn lippen hangt terwijl hij uren over wijn praat. Onlangs had ik - zijn mama - verdriet. Eigen aan zijn persoonlijkheid kwam hij meteen naar me toe en hielp me erbovenop. Later op de avond stuurde hij me een berichtje: “Mama, je hebt het ons altijd zelf gezegd: alles komt goed.”
Herken je dit ook als ouder? Dat komt omdat onze jongeren allemaal ontwikkeltaken hebben. Die zorgen, zo heb ik geleerd van experte Tea Adema, voor drie belangrijke spanningsvelden:
Spanningsveld 1: autonomie versus autoriteit
Eén van de meest cruciale ontwikkeltaken is autonoom worden. Maar terwijl jongeren dit ontwikkelen, zijn er nog steeds hun ouders die autoriteit symboliseren. Jongeren moeten dus hun zelfstandigheid opbouwen terwijl ze nog leven onder het dak van papa en mama. De ouders spelen daarin ook een rol: zij moeten leren loslaten terwijl hun pubers meer verantwoordelijkheden op zich nemen. Dat zorgt soms voor verhitte conflicten, maar is ook één van de mooiste processen van het ouderschap.
Spanningsveld 2: erbij willen horen
Je hoort vaak op het nieuws over jongeren die in bende amok maken. Wat bezielt hen toch, denk je dan? Meestal hebben deze jongeren maar één doel: erbij horen. En daarvoor moet je voldoen aan de groepsregels. Ze passen hun gedrag, kleding, mening … aan om te voldoen aan de waarden van de groep. Maar soms stroken die niet met wat de jongeren zelf denken en ontstaat er een spanningsveld.
Spanningsveld 3: jezelf worden
Uit het tweede spanningsveld komt van nature de derde voort. Want terwijl de jongeren hun plek in de groep ontdekken, leren ze ook zichzelf kennen en ontwikkelen. Wat past er bij jou en wat niet? Wat en wie wil ik worden? Hoe reflecteert zich dat op anderen?
Zowel ouders als adolescenten moeten met deze spanningsvelden leven en groeien. Niet gemakkelijk, maar zolang ze elkaar hebben en met elkaar overleggen, naar elkaar luisteren, aan risicomanagement doen en tonnen geduld hebben … komt alles wel goed 😇
Comments